Regels kinderzitje

Als je kinderen in de auto meeneemt, wil je natuurlijk dat ze veilig zijn. Maar moet je kind in een kinderzitje? In veel Europese landen is het verplicht voor kinderen tot 1,50 meter, zoals in Duitsland, Italië en Oostenrijk. De leeftijdsgrens verschilt per land, van tien tot veertien jaar. Sommige landen hanteren extra strenge regels voor het gebruik van kinderstoeltjes op de voorstoel. In Nederland geldt de autostoelplicht voor kinderen tot 1,35 meter. Laten we eens dieper in deze materie duiken!

Kinderstoeltje auto regels

Om te beginnen: zorg ervoor dat het stoeltje geschikt is voor de leeftijd en het gewicht van je kind. Kijk bovendien altijd naar de keurmerken R44 of R129 om te zien of het zitje voldoet aan de Europese veiligheidsnormen. In Europa zijn alleen goedgekeurde stoelen toegestaan, ook in Nederland. Neem de voorschriften serieus, want als je de regels overtreedt, riskeer je boetes en andere problemen.

Auto kinderstoel regels: welke soorten zijn er?

Afhankelijk van de leeftijd en grootte van je kind, kies je uit een van de volgende types:

  • Groep 0-zitjes: voor de allerkleinsten. Deze zitjes plaats je vaak achterstevoren in de auto.
  • Groep 1-zitjes: voor peuters. Deze stoeltjes plaats je meestal voorwaarts.
  • Groep 2/3-zitjes: voor de overgang naar gewone autostoelen.

Elk zitje heeft zijn eigen unieke kenmerken, zoals verstelbare hoofdsteunen en rugleuning. Met een beschermend hulpmiddel maak je het autorijden niet alleen veilig, maar ook comfortabel en leuk voor je kleine passagier!

Tip! Over bescherming gesproken: zorg ook voor een goede autoverzekering. https://www.geld.nl/ is hét platform voor snel en eenvoudig autoverzekeringen vergelijken!

Kinderstoel in auto regels Europa

Voordat we aanrijden, bespreken we eerst de voorschriften voor de populairste landen in Europa.

Spanje

Een autostoeltje is volgens de wet verplicht voor kinderen tot 1,35 meter. Ze mogen voorin zitten als:

  • De auto geen achterbank heeft.
  • De achterbank ongeschikt is voor autostoeltjes.
  • De achterbank al vol zit met kinderen van maximaal 1,35 meter.

Tijdens korte taxiritjes in steden is een kinderzitje niet verplicht, daarbuiten wel.

Duitsland

Is je kind kleiner dan 1,50 meter of niet ouder dan elf? Dan is een goedgekeurd kinderzitje verplicht, ook in de taxi.

Italië

In Italië moeten kinderen kleiner dan 1,50 meter in een goedgekeurd autostoeltje zitten. Een alarmsysteem is sinds 2019 verplicht om te voorkomen dat kinderen tot vier jaar alleen in de auto achterblijven. Dit geldt ook voor toeristen in een huurauto met Italiaans kenteken. Een kinderzitje in een Italiaanse taxi is niet verplicht.

Frankrijk

Voor kinderen tot 10 jaar geldt een autostoeltje plicht. Ze mogen alleen voorin zitten als:

  • De auto geen achterbank heeft.
  • De achterbank geen gordels heeft.
  • Het kinderzitje tegen de rijrichting in is geplaatst.
  • De achterbank vol zit met kinderen onder de 10 jaar.

In Franse taxi’s is een kinderzitje niet verplicht.

België

Een kinderzitje is verplicht voor kinderen kleiner dan 1,35 meter. Het derde kind ouder dan drie jaar mag op de achterbank met de gewone gordel als er geen ruimte is voor drie stoeltjes.

Engeland

Een kinderzitje is verplicht voor kinderen tot twaalf jaar of kleiner dan 1,35 meter. Een kind vanaf drie jaar mag op de achterbank met de gewone gordel als er geen ruimte is voor drie stoeltjes.

Griekenland

Kinderen onder de twaalf jaar of kleiner dan 1,35 meter moeten in een autostoeltje zitten.

Portugal

Kinderen onder de twaalf jaar of 1,35 meter moeten in een autostoeltje. Ze mogen alleen voorin zitten met de gordel vast als:

  • De achterbank geen gordels of zitplaatsen heeft.
  • Een kind onder de drie jaar in een zitje tegen de rijrichting in zit.

Het is verboden om kinderen jonger dan drie jaar te vervoeren in een auto zonder gordels.

Zwitserland

Een kinderzitje is verplicht voor kinderen jonger dan twaalf jaar of kleiner dan 1,50 meter.

Denemarken

Kinderen kleiner dan 1,35 meter moeten in een autostoeltje. Voor kinderen jonger dan drie jaar mag een stoeltje niet op de achterbank als de auto van vóór 1989 is. In Deense taxi’s zonder kinderzitje is het gebruik ervan niet verplicht. De normale gordel is toegestaan vanaf drie jaar.

Oostenrijk

Een autostoeltje is verplicht voor kinderen kleiner dan 1,50 meter of jonger dan veertien jaar. Het derde kind (vanaf drie jaar) mag de normale gordel gebruiken als de achterbank te klein is voor drie kinderzitjes.


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

Sorry loedermoeders, maar mijn huis is wél netjes!

“Hoe krijg je het toch voor elkaar om je huis altijd zo netjes te houden?”, vroeg een vriendin laatst. Ze klonk een beetje verbaasd, alsof een huis met kinderen niet opgeruimd kan zijn zonder een of ander magisch trucje. Nu begrijp ik die verbazing wel, want ja, mijn huis is altijd redelijk op orde. Geen rondslingerende schoenen en jassen op de vloer, geen stapels afwas op het aanrecht en geen speelgoed dat je als een mijnenveld moet ontwijken. Maar verrassend? Nou, dat vind ik eigenlijk niet.

Het lijkt wel alsof er een ongeschreven regel is dat zodra je kinderen hebt, je huis standaard een slagveld moet zijn. Maar waarom eigenlijk? Ja, kinderen maken troep… natuurlijk, dat hoort erbij. Ze hebben bakken vol speelgoed, ze knoeien met eten en ze laten hun schoenen altijd precies daar liggen waar ze niet horen. Maar voor mij is dat geen reden om het dan maar op te geven. Want eerlijk, ik hou van een opgeruimd huis. En ja, het kan!

Het is niet zo dat ik hier met een stalen gezicht het huishouden run alsof ik een militaire operatie leid. Ik ga ook niet elke avond met een stofdoek door de woonkamer of met een vergrootglas door de badkamer. Ik heb geen perfect Pinterest-huis waar elk item zorgvuldig is gestyled, maar ik heb wel een paar simpele gewoontes die me helpen om het huis netjes te houden zonder gek te worden. En laten we daar nou eens over praten, want ik geloof er heilig in dat het voor iedereen mogelijk is!

1. Een plek voor alles

Het klinkt zo simpel, maar dat is het eigenlijk ook. Speelgoed? Dat hoort thuis in de speelgoedbak en niet overal verspreid door het huis. Boeken? In de boekenkast. Die eindeloze stapel schoolpapieren? In de lade die daarvoor bedoeld is. Zodra iets een vaste plek heeft, wordt het ineens veel makkelijker om dingen snel op te ruimen, zelfs na een chaotische dag.

2. Opruimen voor je gaat

Mijn gouden regel: als je een kamer verlaat, neem iets mee dat daar niet hoort. Een lege beker, een verloren knuffel, een random sok die mysterieuze krachten heeft om overal op te duiken. Als iedereen in huis dat een beetje doet, blijft de boel veel langer opgeruimd. Het klinkt misschien overdreven, maar geloof me, het werkt als een trein. En het voelt nooit als een enorme klus, omdat het telkens maar om een paar kleine dingetjes gaat.

3. Kinderen betrekken

Ja, ze kunnen het. Kinderen kunnen opruimen, hoe vaak ze ook doen alsof ze die vaardigheid nog niet onder de knie hebben. Hier in huis is het de norm dat als er met speelgoed wordt gespeeld, het daarna ook weer wordt opgeruimd. Natuurlijk, dat kost wat aanmoediging (lees: dreigementen van dat de TV niet aangaat als ze hun troep niet opruimen), maar uiteindelijk wordt het een gewoonte. En nee, het is niet altijd perfect opgeruimd. Soms verdwijnen de Legoblokjes in de verkeerde doos, maar het idee is er.

4. Kleine dagelijkse routines

In plaats van alles op één dag te doen, verdeel ik het door de week. Ik ben niet uren bezig met schoonmaken, maar ik doe wel elke dag een beetje. Even snel de keuken aan kant na het eten, een snelle stofzuigbeurt als de kruimels zich beginnen op te stapelen. Dit voorkomt dat het opbouwen tot één gigantische klus waar ik totaal geen zin in heb.

5. Loslaten van perfectie

Mijn huis is netjes, maar het is ook een huis waar geleefd wordt. Het is geen showroom waar alles strak en vlekkeloos is. Er liggen wel eens schoenen in de gang en ja, er staat wel eens een koffiekopje op de tafel. Maar dat is oké. Het gaat erom dat het niet uit de hand loopt. Ik hoef geen perfect gestileerde woonkamer, maar ik wil wel een huis waar ik niet constant struikel over alles wat rondslingert.

Dus ja, mijn huis is meestal netjes en op orde. En weet je wat? Dat geeft me rust. Ik voel me gewoon prettiger als ik in een opgeruimde omgeving ben. Dat betekent niet dat ik een supermoeder ben of dat ik geen andere prioriteiten heb. Ik ben net als iedereen druk met werk, kinderen en het leven in het algemeen. Maar door kleine gewoontes en een beetje structuur kan ik mijn huis best op orde houden zonder er gestrest van te raken.


Afbeelding: Shutterstock

Twee keer per dag tandenpoetsen? 5x waarom mijn kinderen vinden van niet!

Elke avond om klokslag half acht begint hier thuis de strijd. Terwijl andere ouders misschien al ontspannen op de bank zitten met een kop thee, sta ik in de badkamer gewapend met een tube tandpasta en twee kinderachtige tandenborstels, klaar voor de dagelijkse krachtmeting, namelijk het tandenpoetsen. Of mijn kinderen twee keer per dag tandenpoetsen? I wish!

Het lijkt zo simpel, dat tandenpoetsen. Twee minuten in de ochtend en twee minuten in de avond en klaar is Kees. Maar bij ons thuis is het allesbehalve eenvoudig. Mijn kinderen lijken wel een waslijst aan redenen te hebben waarom die tandenborstel maar beter in de kast kan blijven staan. Hier zijn vijf van hun meest hardnekkige excuses:

1. “Mijn tandpasta is te pittig!”

Elke ouder kent deze toch? Het eeuwige geklaag over de smaak van tandpasta. Ondanks mijn pogingen om iedere mogelijke kindertandpasta te proberen, van aardbeiensmaak tot bubblegum en alles daartussenin, blijft het een gevecht. “Het prikt op mijn tong,” “Het smaakt vies,” of mijn persoonlijke favoriet: “Het lijkt wel vuur in mijn mond!” Het lijkt wel of er geen enkele tandpasta bestaat die ze doorstaan zonder theatrale reacties.

2. “Ik ben al klaar!”

Dit is een klassieker die ze al snel onder de knie hebben. Na precies vijf seconden zwaaien met de tandenborstel en het verspreiden van wat schuim, verklaren ze triomfantelijk dat ze klaar zijn. “Kijk, mama, mijn tanden zijn al schoon!” roepen ze met een grote glimlach, waarbij ik de overblijfselen van het avondeten nog duidelijk tussen hun tanden zie zitten. Twee minuten voelt voor hen als een eeuwigheid en dus proberen ze altijd met deze ‘snelle poetsbeurt’ weg te komen.

3. “Ik ben te moe…”

Hoe moe ze ook beweren te zijn, dit argument komt steevast tevoorschijn zodra het tandenpoetsen ter sprake komt. Ze kunnen nog energie hebben om een half uur te stuiteren op de bank of om eindeloos om een glaasje water te vragen, maar zodra de tandenborstel in beeld komt, zakken ze dramatisch in elkaar. “Ik ben echt te moe om te poetsen, mama,” zeggen ze met een diepe zucht, alsof ik ze vraag om een marathon te lopen. En voor ik het weet, liggen ze plat op de badkamervloer, zogenaamd uitgeput.

4. “Ik heb toch bijna niks gegeten!”

Logica volgens een kind: als je bijna niet gegeten hebt, hoef je ook niet te poetsen. En als ze in hun ogen al goed hebben gepoetst na het avondeten, dan is die ochtendbeurt ook maar onzin. “Mijn tanden zijn nog schoon van gisterenavond,” beweren ze dan met een stalen gezicht. Of: “Maar ik heb toch alleen een boterham gehad?” Het concept van preventie is aan hen nog niet besteed.

5. “Ik heb toch geen gaatjes!”

Dit argument komt vooral na elk tandartsbezoek tevoorschijn. Zodra de tandarts heeft bevestigd dat alles er prima uitziet, voelen ze zich gesterkt in hun overtuiging dat tandenpoetsen eigenlijk overbodig is. “Ik heb geen gaatjes, dus waarom zou ik nog poetsen?” roepen ze dan, alsof ze net een medisch wonder hebben verricht. Ze lijken te denken dat ze na een schoon tandartsrapport een soort ‘vrije poetskaart’ hebben gekregen.

Maar ik geef niet op, met een tandenborstel in elke hand, ben ik klaar om de strijd aan te gaan. En hoewel ik mezelf heilig had voorgenomen om consequent en geduldig te blijven, voel ik mijn innerlijke stem steeds luider roepen: “Schoon is schoon! Minimaal één keer per dag, dat is toch ook al iets?”

Maar nee, de tandarts in mijn achterhoofd blijft preken over gaatjes, tandvleesontstekingen en dat ik als moeder echt moet doorzetten. Dus zucht ik diep, verzamel al mijn moed, en begin weer aan die twee minuten, die soms ook voor mij aanvoelen als een eeuwigheid. De kinderen kijken me aan met een blik van “echt, alweer?”, maar na wat onderhandelen, een stukje toneelspel en het beloven van een verhaaltje, slagen we er meestal in om die twee minuten vol te maken. Nou ja, soort van…


Afbeelding: Shutterstock

Middagslaapje op het KDV betekent een lange avond voor ons…

Elke werkdag om precies 13.15 uur gebeurt het weer. Terwijl ik achter mijn bureau probeer mijn inbox weg te werken, verschijnt er een berichtje op mijn telefoon. “Je zoontje ligt lekker te slapen,” staat er dan vrolijk, vergezeld van een foto waarop hij vredig in een klein kinderbedje ligt, knuffel stevig in zijn armpjes geklemd. Het is zo’n beeld waar je hart van smelt. Tenminste, dat zou je denken. Maar in plaats daarvan bekruipt me een onmiskenbaar gevoel van onrust.

Want ik weet inmiddels wat die ogenschijnlijk onschuldige middagdutjes betekenen: een lange, eindeloze avond vol energie, springend op de bank, pratend tegen zijn knuffels en eindeloze verzoekjes om nóg een boekje voor te lezen. Middagslaapje op het KDV betekent een avondklok die ver voorbij zijn normale bedtijd reikt. En ik kan je vertellen, na een lange werkdag sta ik niet bepaald te springen om een peuter die om negen uur ’s avonds nog vol energie rondstuitert alsof hij net een dubbele espresso op heeft.

De uitdaging

Nu hoor ik je denken: “Nou, laat hem dan niet slapen!” Maar daar begint de uitdaging pas echt. Want wanneer ik het KDV verzoek om het dutje over te slaan, word ik geconfronteerd met een ander probleem: een peuter die de hele middag door het kinderdagverblijf strompelt als een zombie op suikerontwenning. Zijn humeur daalt dan tot diep onder het vriespunt en hij verandert in een mopperend, klagerig hoopje mens. De leidsters kijken me dan hoofdschuddend aan als ik hem ophaal, met zo’n blik van “Hij heeft echt zijn slaap nodig, hoor.”

Ik sta dus voor een dilemma. Als hij op het KDV slaapt, is hij de rest van de middag en avond de koning te rijk, klaar om de wereld te veroveren. Maar dat betekent voor ons thuis een eindeloze avond van een peuter die de slaap gewoon niet kan vatten. Geen enkel slaapritueel is dan nog effectief. Verhaaltjes, knuffelen, een rustig muziekje; hij ligt gewoon te stuiteren in zijn bed terwijl wij uitgeput op de bank ploffen, verlangend naar het moment dat we zelf ook eindelijk naar bed kunnen.

Onhandelbaar en de leidsters

Maar als hij niet slaapt, is hij op het KDV onhandelbaar en de leidsters laten subtiel merken dat ze daar ook niet blij van worden. Terecht natuurlijk, want een chagrijnige peuter is geen pretje voor de andere kinderen en ook niet voor de leidsters die hun best doen om alles in goede banen te leiden. Ze suggereren dan of hij niet toch ‘een kort dutje’ kan doen. “Gewoon een halfuurtje, dan is hij net even bijgetankt,” zeggen ze dan hoopvol. Ja, dat klinkt leuk in theorie, maar probeer een tweejarige maar eens uit zijn middagdutje te halen na dertig minuten. Hij wordt wakker als een draak en de rest van de middag is hij vervolgens nóg knorriger.

Vicieuze cirkel

En zo zitten we vast in een vicieuze cirkel. Geen slaap betekent chagrijnig op het KDV. Wel slaap betekent een mini-energiebom in huis, lang nadat wij zelf al willen gaan slapen. Ergens hoop ik dat er een magische oplossing bestaat, een toverformule waarmee ik mijn zoontje perfect in balans krijg, zodat hij op het juiste moment slaperig is en op het juiste moment energiek. Maar tot die tijd blijf ik iedere dag opnieuw met mijn telefoon in de hand zitten, in spanning afwachtend of dat verlossende slaapbericht weer binnenkomt.


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

3x de komende trends voor hem

Nieuwe schooltas, nieuwe schoenen, nieuwe jas… De kinderen komen weer niks te kort voor het komende seizoen. Ze lopen er weer helemaal trendy bij. Maar hoe zit dat met papa? Loopt deze man er ook een beetje trendy bij? Of is hij volkomen vergeten wat trendy is en kiest hij tegenwoordig alleen nog maar voor comfort? Ik hoop dat hij de juiste combi weet te maken, want dat hij comfort wil, begrijpen we volkomen. Maar het hebben van een hippe papa al is het maar een beetje, daar wordt iedereen beter van. Dus vandaag delen we de komende trends voor hem.  Lees meer

vakantie denemarken

Vliegen vanaf Eelde naar Kopenhagen

Hij heeft al eens eerder gevlogen, maar dat kan hij zich niet herinneren. Hij was toen nog maar een dreumes van net een jaar oud. Wij hadden het in ons hoofd gehaald met hem, zijn grote zus van vier en zijn kleine zusje van vijf maanden oud naar Turkije te vliegen voor een zonvakantie. Ik zal je er niet mee vervelen, maar het was beslist geen mooi plaatje. De jaren daarna besloten we lekker met de auto naar Frankrijk te rijden, dat was voor iedereen beter.

Eelde – Kopenhagen – Zweden 

Maar nu is hij zes en we knijpen er even met zijn tweetjes tussenuit voor een lang weekend naar Zweden. Dit keer gaan we niet met de auto, maar vliegen we naar Kopenhagen (Denemarken) en daarvandaan nemen we de trein naar Lessebo (Zweden). Het wordt een aardige reis en dat vindt hij best spannend, maar ook wel heel erg leuk!  Lees meer

Waar ben je aan begonnen?

Ik slenter door de Staatsliedenbuurt op weg naar mijn auto. Voor mij lopen twee meisjes. Jonge vrouwen eigenlijk. De een duwt moeizaam een kinderwagen voort, terwijl ze druk in gesprek is met de ander. Uit de kinderwagen steken twee lange benen. Dat is óf een heel grote baby, óf de jonge moeder vindt, net als ik, die buggy’s zo beroerd rijden, dat ze liever haar kind in een te kleine kinderwagen propt. Terwijl ik me verbaas over het feit dat ik een mening heb over kinderwagens, loop ik langzaam op de jonge dames in.  Lees meer

vakantie zweden

OAS: Outdoor Academy of Sweden Kids

Negen jaar geleden werd ik voor het eerst vader, van een dochter. Dit heerlijke meisje leerde mij al snel een echte meisjesvader te zijn. Roze prinsessenjurken, theekransjes en spelen met poppen. Niets was te gek. Maar toen een jaar of zes geleden mijn zoon de baarmoeder uitgeperst werd, kwam ons huishouden langzaam weer wat meer in ‘evenwicht’. Door de jaren heen, werden de barbies voorzien van zwaarden en helmen. En zo af en toe werden de theekransjes bruut verstoord als er een superheld door de kamer vloog. In de tuin struikelde ik nu niet alleen meer over roze fietsjes met mandjes voorop, maar ook over crossfietsjes, skateboards en ander jongensachtig speelgoed, wat me dan weer herinnerde aan mijn eigen jeugd.  Lees meer

Papa’s angsten

papa angst

Wanneer je voor het eerst vader wordt, schieten de angsten door je kop. Maar wees gerust, je bent niet alleen! Elke papa wordt wel een beetje onzeker bij de gedachte van ‘vader worden’. Een heel normale reactie dus!

Hieronder vind je de meest voorkomende angsten van de gemiddelde vader.

1. “Zal ik ooit weer normaal kunnen slapen?”

2. “Luiers. Hoe dan?”

3. “Onvoorwaardelijke liefde, hoe werkt dat?”

4. “Wat als ik hem laat vallen?”  Lees meer