Het is avond, de klok tikt richting bedtijd en mijn zoon zit alweer uren verdiept in zijn favoriete game. Ik geef het toe, gamen is z’n passie. Het is niet zomaar een hobby, het is een levensmissie. Maar elke moeder kent dat onvermijdelijke moment waarop je de woorden moet uitspreken die bij voorbaat al garant staan voor drama: “Stoppen met gamen, het is tijd om naar bed te gaan.” En dan begint het. Hetzelfde ritueel, dezelfde excuses, dezelfde onuitputtelijke pogingen om nóg vijf minuten te krijgen.
Voor wie dit dagelijks meemaakt: hier zijn vijf reacties van mijn zoon op dat gevreesde moment, want als het om gamen gaat, zijn kinderen net stand-up comedians.
1. “Ik kan nu niet stoppen, ik ben midden in een missie!”
Na “even m’n potje afmaken” komt deze klassieker. Het maakt niet uit hoe vaak ik zeg dat bedtijd echt bedtijd is, mijn zoon is steevast bezig met een ‘missie van levensbelang’ die nooit op pauze kan. “Mam, het is nu écht belangrijk!” zegt hij met een serieus gezicht, alsof hij deel uitmaakt van een reddingsoperatie in het buitenland. En ik sta daar, denkend: sinds wanneer zijn bedtijden onderhandelbaar bij noodsituaties? Helaas, zijn digitale wereld draait blijkbaar door, ook als de klok in de echte wereld richting negen uur gaat.
2. “Dit is mijn laatste potje, ik zweer het!”
Ah, de belofte van “het laatste potje”. Ik ken deze inmiddels als geen ander. Dat ‘laatste potje’ heeft meer keren dan ik kan tellen geleid tot een extra half uur gamen. Zodra ik hem eraan herinner dat ik dat ‘laatste potje’ al 30 minuten geleden heb gehoord, kijkt hij me aan met de onschuldige ogen van een puppy. “Ja, maar dat ging net mis, mam, dit keer echt de laatste!” Ja hoor, en dan zit ik straks op de bank te wachten tot hij eindelijk zijn overwinning heeft behaald. Zelden een belofte met zo weinig overtuigingskracht gehoord.
3. “Ik ben bijna klaar, nog één minuut!”
Het grappige aan deze is dat die ‘één minuut’ nooit een echte minuut is. In game-tijd lijkt dat concept van tijdsverloop totaal anders te zijn. “Nog één minuut,” roept hij dan, terwijl hij druk op de knoppen van zijn controller hamert. Tien minuten later blijkt die ene minuut een rekbaar begrip te zijn dat alle wetten van de natuurkunde tart. En als ik hem daarop aanspreek, volgt steevast: “Mam, jij begrijpt gewoon niet hoe dit werkt!” Tja, misschien niet, maar ik weet wel hoe een klok werkt.
4. “Maar iedereen mag altijd langer gamen, behalve ik!”
En dan komt-ie: de ultieme troefkaart… het argument dat iedereen, maar dan ook iedereen veel langer mag gamen dan hij. Blijkbaar hebben álle andere kinderen ter wereld onbeperkte schermtijd en ben ik de enige moeder die grenzen stelt. “Thijs mag tot tien uur doorgaan en hij hoeft niet eens zijn tanden te poetsen,” roept hij dan verontwaardigd. Even overweeg ik om Thijs’ ouders op te bellen om te checken of dat klopt, maar ik laat het maar. Hoe kan ik als ouder ooit concurreren met de onzichtbare legioenen van gamende kinderen die volgens mijn zoon alle vrijheid van de wereld hebben?
5. “Maar als ik nu stop, verlies ik al mijn voortgang!”
Dit is de dramatische noodbom die altijd aan het eind komt. Met een zucht en een diepe blik in mijn richting zegt hij: “Als ik nu stop, verlies ik alles waar ik vandaag voor gewerkt heb.” Het is alsof hij net een kasteel van zand heeft gebouwd en ik er op het punt sta een emmer water overheen te gooien. En ik snap het, ik snap écht dat het frustrerend moet zijn om zomaar te stoppen als je zo hard hebt gewerkt om in die game vooruitgang te boeken. Maar, serieus? Het is bedtijd en zijn digitale karakters kunnen wel een nachtje zonder hem doorbrengen.
Bonus: “Dit is goed voor mijn toekomst!”
Deze komt zo nu en dan voorbij als hij écht wanhopig is. “Mam, dit is serieus! In de toekomst kun je gewoon rijk worden van gamen!” roept hij met sterren in zijn ogen. Tja, hij zou gelijk kunnen hebben. Maar voor nu zeg ik maar: “Voor je toekomst is een goede nachtrust net zo belangrijk, mijn jongen!”
En zo gaan we elke avond het ‘gevecht’ aan, een wedstrijd tussen mijn pogingen om structuur in zijn dag te brengen en zijn eindeloze creativiteit om vijf extra minuten te winnen. Maar eerlijk is eerlijk, uiteindelijk zet hij de game uit, misschien niet zonder protest, maar wel met een knuffel voordat hij naar bed gaat.
Dus aan alle moeders met gamende zonen, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Het is grappig, soms frustrerend, maar vooral heel herkenbaar. En wie weet, misschien eindigt die zoon van mij ooit nog als professionele gamer. Maar voorlopig? Eerst tandenpoetsen en naar bed!
Afbeelding: Shutterstock