Ik heb binnen vier jaar drie kinderen gekregen. Vooral de jongste twee zitten kort op elkaar. Daar bedoel ik mee dat ze qua leeftijd niet heel veel verschillen. Slechts 14 maanden. Mijn oudste valt een beetje buiten de boot. Zij en haar broertje schelen bijna 3 jaar. Tijdens die eerste jaren heb ik heel wat opmerkingen als ‘wat heftig’ en ‘wat zwaar zeg’ gehoord. Maar eigenlijk heb ik het nooit zo zwaar ervaren. Ik vond het wel makkelijk. En spijt heb ik echt nooit gehad van die derde zo vlak na de tweede. Het had zelfs een aantal voordelen.
Je bent toch al bezig met het klaarmaken van een fruithapje. Een extra banaan in plakjes kan er ook nog wel bij. En die extra appel schillen we ook nog wel even. Het traphekje hangt ook al klaar en de stopcontacten blijven wat langer afgedekt. De knikkers zijn ook al veilig opgeborgen, oftewel je huis en je ritme zijn toch al helemaal ingericht op kleine kinderen. Met twee kinderen kort op elkaar vang je spreekwoordelijk twee vliegen in één klap.
Hetzelfde geldt voor luiers. Hoewel je het eerste jaar wel twee verschillende maten moet kopen, na een jaartje koop je alleen nog maar alle megadozen maatje 4/5 in de aanbieding op. En zelfs zindelijk worden ze tegelijkertijd. Want als broer op het potje kan, wil zusje dat natuurlijk ook.
Het middagdutje! Bij broertjes en zusjes waartussen een groter leeftijdsverschil zit, mis je het middagdutje van de oudste. En dat is zooooo vermoeiend. Want als je baby even slaapt, hoe lekker is het dan dat de broer of zus ook even een dutje doet!? Dit betekent dat je dan niet de oudere broer of zus vermaken moet, maar dat je even tijd heb voor jezelf.
Ze spelen graag samen. Het is ongelofelijk hoe lief die jongste twee van mij voor elkaar zijn. En ik besef me echt dat dit niet overal zo gaat. Sterker nog, in ditzelfde gezin kunnen nummer één en twee elkaar soms het daglicht in de ogen geeneens gunnen. Komt het door een groter leeftijdsverschil? Komt het door karakterverschillen? Ik weet het niet. Maar ik weet wel dat kind twee en drie, twee handen op één buik zijn.
Je kunt spullen gemakkelijk doorschuiven. Zeker als ze ook nog eens van hetzelfde geslacht zijn. Dan kun je de kleding heel makkelijk een jaar later bij je volgende kind aantrekken. Maar ook meubels, als de wieg, een ledikant, een meegroeibed. Je hoeft het allemaal niet ergens op te slaan, je kunt het zo verplaatsen naar de volgende slaapkamer.
Ze maken geen ruzie over wat ze op tv willen zien. Over het algemeen willen ze hetzelfde kijken. Het begon bij Bumba en de Teletubbies, nu zitten ze samen gebiologeerd naar YouTube te staren. En zegt de één ‘Job’, dan weet de ander precies wie hij bedoelt.
Het wordt alleen maar beter. De tropenjaren zijn chaotisch en vermoeiend. En zolang je jezelf wijsmaakt dat het ooit voorbij gaat, dat het niet erger kan, wordt het alleen maar beter. Je moet, hoe dan ook, je verwachtingen niet te hoog leggen. Er is altijd wel iemand die een loopneus heeft, er is altijd wel iemand die huilt en er is altijd wel iets in het huishouden dat gedaan moet worden. Laat het los, laat het gaan. Anders word je gestoord (als je dat niet al een beetje was). Nu ik dit zo als voordeel benoem, realiseer ik me dat dit leven niet voor iedereen is weggelegd. Je moet dus ook een beetje kierewiet zijn om kinderen zo kort op elkaar krijgen. En dan ook nog te denken dat het makkelijk is.
Maar geloof me, het is is makkelijker dan je denkt.
Denk ik.
Afbeelding kinderen: shurkin_son/shutterstock