Oververhit gooi ik de deur achter me dicht. “Shit, straks kom ik te laat!” Terwijl ik mijn fiets pak, hoor ik uit huis geschreeuw dat de jongste klaar is op de wc, de oudste is zijn scheenbeschermers kwijt en de volgende heeft NU honger!
“Ik ben er niet, ik besta even niet, ik ben onzichtbaar”, murmel ik als mantra. “Ik kom te laat!”, roep ik naar de dichte deur. Terwijl ik op de fiets spring, zie ik aan de overkant mijn overbuurvrouw haar huis uitrennen. Haar haar staat alle kanten op en het zweet staat op haar voorhoofd. “Ik ga met de auto”, roept ze “anders kom ik te laat”. Terwijl ik naar de sportschool race, scheurt ze me voorbij, nog net onze haastende mede-yogi’s ontwijkend. Dat belooft een ontspannen uurtje te worden…
Mijn overbuurvrouw springt de auto uit en ik gooi mijn fiets in het rek. Tegelijkertijd bereiken we de deur. “Ik heb zo’n zin in de yogales, ik ben er zooooo aan toe”. “We worden er heel relaxt van en nog lenig ook!”
Dat komt zo goed van pas… Voor al die keren dat we nog mee moeten naar de binnenspeeltuin, we onze mannen met onze flexibiliteit verrassen en we iedere dag beginnen met een stralende zonnegroet naar ons gezin. Wie weet lukt het vandaag zelfs om in de ultieme yoga-pose als kraanvogel te staan. Al is het natuurlijk niet voor iedereen weggelegd om minutenlang op een been te moeten balanceren: kaarsrecht en in opperste concentratie, de zelfbeheersing ervan afstralend. Maar voor deze moeders, volledig zen met hun gezinnen, moet dat vast te doen zijn.
Goed… Terug naar de realiteit. Voor het zo ver is hebben we nog een lange weg te gaan. Het eerste kwartiertje sta ik alleen maar te wiebelen op mijn benen. Zelfs de simpele upperdog eindigt gestrekt en de zwaan lijkt meer op de stervende variant uit het Zwanenmeer. Langzamerhand kom ik steeds meer in een flow en voel de spanning uit mijn lichaam vloeien. Heerlijk dit. De kalme stem van de instructeur en het pingelmuziekje op de achtergrond maken me volledig bewust van mezelf. Op en top mindful sta ik op de vloer, doe een been omhoog en strek mijn armen zo ver mogelijk uit. De instructeur gaat zachtjes verder: strek naar voren, doe je armen naar achter… Reik omhoog en vervolgens weer omlaag, doe links voor rechts en rechts voor links…
Hnggg…. Met mijn lichaam in een driedubbele knoop kijk ik om me heen. Help… Anyone? Het enige wat ik zie zijn hoopjes geknoopte lichamen, rollend over de vloer.
Het hoogtepunt is het laatste onderdeel van de les. Ongestoord mogen we languit uitgeput liggen op een matje. We sluiten onze ogen en moeten alles loslaten. Dat “alles” lijkt me gezien ik niet alleen lig, niet helemaal een goed idee. Maar de rust, met die muziek op de achtergrond, is heerlijk en normaal overdag verre van mogelijk. Terwijl ik met mijn ogen dicht, niet probeer te denken aan de was, boodschappenlijstjes, ophaaltijden, geniet ik van het even niks.
Terwijl we loom de zaal verlaten, komen we terug in de realiteit. “Ik moet racen, want ik moet de oudste zo halen.” Samen stormen we de sportschool weer uit.
Bij thuiskomst hoor ik buiten al het geschreeuw van de jongste die klaar is. “Zou hij al die tijd op de wc hebben gezeten?” De middelste heeft inmiddels de koektrommel leeggegeten. Nog net kan ik volledig gestretched de voetbal uit de lucht plukken en met mijn teen nog net de Louis Xe vaas van de ondergang redden. “Yeah! Waar die Yoga niet goed voor is!”
Na een ochtendje samen naar de yoga geschreven door: Mieke en Wendy