Vol frisse tegenzin begon ik aan het traject dat ‘puberhol uitmesten’ heette. Het was meivakantie en de puber was van huis. Nooit had ik kunnen vermoeden dat mijn blonde, bruin ogende jongetje uit de categorie ‘schattig’ zou veranderen in een slungelige hormonen bom dat zich de hele dag opsloot op zijn zolderkamer met huiswerk, spelcomputer en telefoon. De zorgvuldig ingerichte etage veranderende langzaam in een muffige, donkere ruimte waar daglicht slechts summier door de kieren van het dakraam scheen en licht wierp op de stapels boeken, kladblaadjes, chocolade letters van drie jaar terug en verder, incomplete ‘superdieren’ ‘voetbal’ plaatjes en ander aanverwante supermarkt albums en verdere restanten ondefinieerbare verzameldrift.
“Heb jij mijn globe gezien?’ Het was een week later. Verschrikt stopte ik met mijn voorleesbeurt uit ‘Otje’ die ik voor de honderdste keer in mijn leven opdreunde (inclusief de rare stemmetjes van Lodewijk en Kwark de kraai). Er schoot een piepschuim bol door mijn hoofd vol geklad met vlakken die op landen leken met daarnaar verwijzende tekst gok ik omdat zoonlief het handschrift heeft van een huisarts. De peuter en kleuter protesteerden terwijl de puber bevestigde wat ik vermoedde; “Ik moet het morgen inleveren voor geografie en het heeft al die tijd op mijn boeken gelegen, maar ik kan het nu niet meer vinden’. Ik dacht aan de vuilniszak ‘groep 8 en ander afval’ die ik een uur eerder in de ondergrondse container had gedeponeerd. De zorgvuldige stapels die ik had gemaakt zodat zijn bureau enigszins opgeruimd leek. Ik zag een zwetende puber, een boze leraar en een gewetenloze, boosaardige moeder die er alles voor over had om de bijna onbewoonbaar verklaarde etage in haar huis weer spik en span te krijgen. Guilty.
“En dat vlak voor moederdag’ met zo’n smiley waarvan je weet dat de komende jaren het verhaal nog vele malen onder luid gebulder gedeeld zou worden in de koffie pauze. Ik kreeg een geruststellende mail op mijn biecht. De leraar streek met zijn hand over zijn hart en de opdracht hoefde niet meer over: hij had blijkbaar vaker gedeald met een doorgeslagen moeder. Overigens kreeg ik inderdaad niets van de puber voor moederdag, maar als ik wat fanatieker had opgeruimd had ik wellicht nog wat gevonden.
Over vijf jaar hoopt de puber af te studeren. Tijdens zijn diploma uitreiking zit ik hoogst waarschijnlijk onder de tafel of in burka onherkenbaar en niet aanwezig te wezen. Tot die tijd raak ik niets meer aan op etage twee dat neigt naar afval alias huiswerk. En ik hoop dat hij net als ik dit ziet als een leermoment: niet alleen door het dakraam wat vaker open te gooien, maar ook wat meer op te ruimen. Dat werkt zo lekker verhelderend. En scheelt weer (huis)werk.